Een ‘normale’ cyclus bestaat niet – elke vrouw heeft een individuele cyclus. Deze vertoont een natuurlijke variabiliteit en verandert in de loop van het leven. Dit betekent dat het ritme van vruchtbare en onvruchtbare dagen van vrouw tot vrouw en van cyclus tot cyclus anders is. Gegeneraliseerde beweringen over de kans op bevruchting zijn daarom zeer problematisch.
Vruchtbare en onvruchtbare fasen van de cyclus kunnen door elke vrouw op basis van bepaalde lichaamstekens met zekerheid worden waargenomen en onderscheiden. Voor de zekerheid van een goede anticonceptieve betrouwbaarheid is echter een gekwalificeerde opleiding noodzakelijk.